Deze verwachte stijging is de scherpste sinds 2002, staat in het nieuwe Kwartaalbericht Woningmarkt van Rabobank. De economen van de bank rekenden aanvankelijk nog op een bescheidener prijsstijging van 2,8 tot 4,8 procent. Voor 2017 wordt zelfs een nóg grotere stijging verwacht, van 5 tot mogelijk 7 procent.
Het verbeterde vooruitzicht van Rabobank is beraamd door de duidelijkheid over de aanhoudend lage rente bij de Europese Centrale Bank (ECB), ruimere mogelijkheden om een tweede inkomen mee te laten tellen bij een hypotheekaanvraag en hogere koopkracht.
De prijsstijging lijkt slecht nieuws voor starters. „Zij hebben geen woning waarin zij vermogen hebben opgebouwd. Ook moeten starters in 30 jaar hun hypotheek aflossen”, reageert woningmarkteconoom Pieter van Dalen. „Maar tegelijkertijd hebben starters voordeel van de lage rente van 2 procent. Daarom blijft ook voor hen de betaalbaarheid van een woning relatief goed.”
Wel hebben woningbezitters die willen verhuizen het meeste voordeel van de stijgende huizenprijzen. Van Dalen: „Vooral doorstromers die een gunstiger hypotheekvorm hebben en die bij een nieuwe woning kunnen meenemen. Denk aan een spaar- of aflossingsvrije hypotheek.”
Het steeds krappere aanbod van koopwoningen in, met name, het noorden van de Randstad gaat dit jaar grotere weerslag krijgen op de omringende gebieden. Volgens Van Dalen omdat het gewoon weg ‘te duur’ wordt in steden zoals Amsterdam en Utrecht, waar de prijzen naar verwachting met 11% en 8% omhoog schieten. „Mensen kijken naar de gemeenten er omheen, zodat zij toch in de nabijheid van de voorzieningen uit de stad wonen. Landelijke gebieden profiteren daarom het meest van het herstel.”
Tegelijk zitten de prijzen in provincies als Friesland en Zeeland ook sterk in de lift. „Niet zo gek”, vindt Van Dalen. „De hypotheekrente kent geen regionale verschillen. Die is overal heel laag. Ook daar hebben consumenten inmiddels vertrouwen dat de huizenprijzen niet meer dalen, en durven de stap nu te zetten.”
Hoewel alle seinen voor de woningmarkt stevig op groen staan, zijn er factoren die het feest kunnen verstoren. Die komen vooral uit het buitenland, zegt Van Dalen. „Er zijn veel internationale onzekerheden. De Britten kunnen bijvoorbeeld op 23 juni in het referendum tegen het lidmaatschap van de Europese Unie stemmen. Ook kan de groeiverwachting in China en de mondiale economie lager uitvallen van verwacht. Dat alles kan de Nederlandse economie treffen, en dus gevolgen hebben voor de woningmarkt.”
Bron: www.dft.nl van 11 mei 2016